Iedereen heeft recht op informatie over wat de overheid doet, hoe ze dat doet en waarom. Overheidsorganisaties moeten die informatie uit zichzelf geven, of als iemand daarom vraagt. De informatie wordt dan openbaar. Dat is geregeld in de Wet open overheid (Woo). 

Openbaarheid is belangrijk voor een vitale democratie in ons land. Zo kunnen burgers, maar ook bijvoorbeeld Kamerleden of journalisten, de overheid controleren. Een open overheid staat ook open voor wat er beter kan. Door het openbaar maken van informatie weten burgers waarom de overheid sommige keuzes maakt. Het helpt ook een samenleving te bereiken waarin iedereen mee kan doen en waarbij mensen geïnformeerd keuzes kunnen maken.

Verplichtingen voor de overheid

De belangrijkste plichten die de overheid heeft volgens de Woo zijn:

1. De overheid moet bepaalde informatie uit zichzelf openbaar maken (actief)

Actieve openbaarmaking

De overheid moet uit zichzelf zoveel mogelijk informatie openbaar maken over (totstandkoming, uitvoering, naleving en evaluatie) beleid als dat zonder grote moeite of hoge kosten kan. Het moet ook nut hebben. Overheden beoordelen zelf welke documenten hieronder vallen. 

Daarnaast staan in de Woo 17 soorten informatie die overheden uit zichzelf openbaar moeten maken. Deze verplichting wordt de komende jaren stap voor stap ingevoerd.

2. De overheid maakt informatie verplicht openbaar als iemand erom vraagt (passief)

Openbaarmaking op verzoek

De Woo geeft iedereen het recht op openbaarmaking van overheidsinformatie. Met een Woo-verzoek kan iedereen informatie opvragen over een onderwerp waarmee een overheidsorganisatie bezig is. De overheidsorganisatie moet dan documenten, cijfers of andere data over dit onderwerp zoveel als mogelijk openbaar maken. Dat betekent dat verzoekers de documenten en data vrij kunnen gebruiken én dat overheidsorganisaties de gevraagde informatie online zetten voor andere mensen.

3. Overheidsinformatie moet goed beheerd worden.

Informatiehuishouding op orde

Overheidsorganisaties moeten hun (digitale) informatiehuishouding op orde hebben. Dat betekent dat ze goede regels en afspraken moeten hebben voor het gebruik en beheer van hun informatie.

Eén Woo-contactpersoon voor elke overheidsorganisatie

Iedere overheidsorganisatie moet minimaal 1 contactpersoon hebben die vragen kan beantwoorden over de informatie die beschikbaar is. De contactpersoon beantwoordt vragen om informatie die bijvoorbeeld via brieven, e-mails of telefoontjes binnenkomen. De contactpersoon geeft zelf zoveel mogelijk informatie, werkt samen met deskundigen binnen de organisatie en kan wetenschappers en journalisten doorverwijzen naar het Adviescollege openbaarheid en informatiehuishouding. 

Niet alle informatie wordt openbaar

De overheid maakt informatie niet openbaar als openbaarmaking grote nadelen heeft of gevaar oplevert. Bijvoorbeeld voor de samenwerking binnen de regering of voor de veiligheid van de staat. Ook vertrouwelijke gegevens van bedrijven blijven geheim, net als privacygevoelige gegevens (bijvoorbeeld medische gegevens of informatie over iemands geloof of seksuele voorkeur). En wettelijke identificatienummers, zoals BSN of onderwijsnummer, krijgt niet iedereen.

Wanneer openbaarheid té grote nadelen heeft voor andere belangen, wordt deze ook niet openbaar gemaakt. Wanneer openbaarmaking bijvoorbeeld invloed heeft op de betrekkingen van Nederland met andere landen of internationale organisaties, de economische of financiële belangen van de overheid, de opsporing en vervolging van strafbare feiten, de persoonlijke levenssfeer (privacy) en de bescherming van concurrentiegevoelige bedrijfsgegevens of het milieu.